Officier van Justitie van New York onderzoekt misleiding kredietbeoordelaars door banken
De officier van Justitie van New York Andrew Cuomo is een onderzoek gestart naar acht banken die mogelijk misleidende informatie aan kredietbeoordelaars hebben versterkt om de ratings van derivaten te manipuleren. Dat schrijft de New York Times op basis van twee personen die bekend zijn met de zaak. Cuomo's onderzoek richt zich onder andere op mogelijke belangenverstengeling tussen voormalig werknemers bij kredietbeoordelaars die met veel geld over de streep werden getrokken om bij de banken te gaan werken. In een aantal gevallen bleven deze personen, die veel kennis hadden van het ratingproces, contacten te onderhouden met oud-collega's bij hun vorige werkgever. Ook kijkt de officier van justitie of de banken bewust de ratingmodellen van de kredietbeoordelaars hebben misbruikt. De kredietbeoordelaars in kwestie, Standard & Poor's, Moody's en Fitch, publiceerden hun modellen op hun websites in het kader van transparantie voor beleggers. Dat leidde er toe dat bankiers de modellen uitvogelden en vervolgens CDO's (een derivaat) vol stopten met zo slecht mogelijke hypotheekobligaties voor een zo hoog mogelijke rating. Bij Goldman Sachs stond dit bekend als “ratings arbitrage”, schrijft de krant. Kredietbeoordelaars zijn naar aanleiding van de kredietcrisis zwaar bekritiseerd op het feit dat ze hoge ratings toekenden aan derivaten die achteraf zo goed als waardeloos bleken te zijn. Dat leidde wereldwijd tot miljarden aan verliezen nadat de Amerikaanse huizenmarkt inklapte.
Door de modellen openbaar te maken werkten kredietbeoordelaars mogelijk misbruik in de hand. Maar volgens een aantal oud-werknemers van kredietbeoordelaars zijn de modellen bewust op de websites gezet zodat bankiers ze zelf konden uitpluizen om rommel-CDO's te kunnen maken met de hoogst mogelijke rating, aldus de Times.
Cuomo is geen vreemde op Wall Street. Vorig jaar juli publiceerde de magistraat een rapport over beloningen van bankiers op Wall Street. Cuomo sprak van de “kop-ik-win-munt-jij-verliest bonuscultuur” onder bankiers Zo onthulde hij dat Merrill Lynch en Citigroup, beide ontvangers van staatssteun, in 2008 meer dan 27 miljard dollar verlies leden, maar desondanks dat jaar voor 9 miljard dollar aan bonussen uitdeelden. Goldman Sachs en JPMorgan Chase betaalden meer aan bonussen dan de winst dat jaar bedroeg.
De banken in kwestie zijn Goldman Sachs, Morgan Stanley, UBS, Citigroup, Credit Suisse, Deutsche Bank, Crédit Agricole en Merrill Lynch. Goldman Sachs ontkende in een reactie de door de krant beschreven aantijgingen.
