(ABM FN-Dow Jones) De Amsterdamse beurzen zijn maandag vlak tot licht lager gesloten. De AEX index eindigde vlak op 555,22 punten, terwijl de AMX een verlies van net geen 0,3 procent liet optekenen en voor de AScX een krap 0,1 procent lager slot resteerde.
"De week kwam wat traag op gang. Het lijkt of veel beleggers vanwege de zeer hoge beursstanden toch wat aan het consolideren zijn en de kat uit de boom willen kijken", zei marktanalist Ron van der Does van IG tegen ABM Financial News. "De beurs lag er vandaag uiteindelijk goed bij, met name na de positieve opening op Wall Street, met uitschieters naar boven en voor naar beneden", voegde de marktvorser daaraan toe.
Voor de negatieve uitschieters verwees Van der Does onder meer naar teleurstellende cijfers bij Vopak en naar SBM Offshore, dat een voorziening van honderden miljoen nam voor een mogelijke Amerikaanse boete. "SBM Offshore komt keer op keer met negatieve verrassingen en dat wordt door beleggers hard afgestraft."
De marktanalist is niet bang dat de beurzen hun huidige hoge standen niet kunnen vasthouden. "De bedrijfsresultaten en macro-economische cijfers zijn over het algemeen goed en ik zie geen reden voor hoogtevrees, waar met name private beleggers hier en daar last van lijken te hebben", meent hij.
Gemalto was de sterkste stijger in de AEX. "Maar dat fonds kan morgen zo maar weer de grootste verliezer zijn", aldus de analist, wijzend op een recente serie winstwaarschuwingen van de digitale beveiliger.
Op macro-economisch gebied kregen beleggers inzicht in de stand van de Europese dienstensector in oktober. De Duitse, Spaanse en Italiaanse dienstensectoren groeiden afgelopen maand minder hard, maar in Frankrijk ging het tempo juist omhoog. In de gehele eurozone namen de activiteiten in een lager tempo toe.
De inkoopmanagersindex van de dienstensector van de landen in de eurozone daalde van 55,8 in september naar 55,0 in oktober. Dat was vrijwel gelijk aan de voorlopige raming, die op 54,9 lag.
De producentenprijzen in de eurozone bleken in september op jaarbasis harder gestegen dan in augustus, meldde Eurostat, met 2,9 tegen 2,5 procent. Gerekend werd op 2,8 procent.
In september bleken de Duitse fabrieksorders onverwacht gestegen, maar wel minder hard dan een maand eerder. De orders liepen in september op maandbasis met 1,0 procent op. Er was echter gerekend op een daling met 1,3 procent. De eerder gemelde stijging van 3,6 procent in augustus werd door Destatis bijgesteld naar een groei van 4,1 procent.
Olie noteerde maandag in het groen. Een december-future West Texas Intermediate steeg 1,1 procent tot 56,27 dollar, terwijl een januari-future Brent 1,6 procent hoger bewoog naar 63,01 dollar.
De euro/dollar noteerde op 1,1592. Bij aanvang van de handelsdag bewoog het muntpaar nog op 1,1610 en bij het sluiten van de Amerikaanse beurzen op vrijdag stond er een stand van 1,1611 op de borden.
