zoeken Nieuwsbrief
      Linkedin    Twitter   
  
nieuws
 

Lonen 2018: meeste werknemers zien nettoloon stijgen

8 januari 2018 - Bijna iedere werknemer gaat er in 2018 in nettoloon iets op vooruit. Doordat zij in 2018 minder belasting betalen, ontvangen werknemers met een minimum (1.578 euro) of modaal (2.894 euro) salaris maandelijks netto zeven euro meer op hun bankrekening.

Mensen die anderhalf keer modaal verdienen, zien vanaf januari bijna acht euro meer onderaan de salarisstrook staan.


Onder meer door een verlaging van het toptarief stijgen de nettolonen bij hogere inkomens het meest. Bij medewerkers die twee keer modaal verdienen, stijgt het nettoloon met zestien euro per maand. In het algemene beeld zijn medewerkers die tussen de 1.000 en 1.500 euro bruto per maand verdienen de enigen die er in salaris op achteruit gaan. Dit zijn bijvoorbeeld parttimers.
Dit blijkt uit berekeningen die ADP uitvoerde op basis van de belastingtarieven, pensioenpremies en andere premies en heffingen van 2018. ADP verzorgt maandelijks de salarisstrook van 1,4 miljoen Nederlandse werknemers.

Arbeidskorting
De netto achteruitgang bij lagere inkomens komt omdat bij deze lonen de arbeidskorting niet volledig te gelde wordt gemaakt. Iemand met een bruto maandloon van 1.500 euro ontvangt volgens het algemene beeld per maand netto vier euro minder. In de andere sectoren werkt dit effect langer door (tot 1.750 euro en hoger) vanwege de invloed van de (aftrekbare) pensioenpremie. Alle werknemers die tussen de 1.250 euro en 1.750 euro bruto per maand verdienen, moeten er daarom goed op letten dat ze na 2018 het verschil via hun aangifte inkomstenbelasting terugvragen bij de Belastingdienst.

Verschuiving in belastingtarieven
"De belastingtarieven stijgen weliswaar in de tweede en derde schijf naar 40,85 procent, maar omdat de inkomensgrenzen voor deze tarieven hoger zijn geworden en de heffingskortingen iets hoger zijn, blijft voor de meeste werknemers uiteindelijk een kleine plus over," zegt Dik van Leeuwerden, bij ADP verantwoordelijk voor alle kennis over wet- en regelgeving. "Grotere verschuivingen vinden plaats in 2019, zoals de wijziging van vier naar twee belastingschijven en een verdere aanpassing van de heffingskortingen."
Voor het eerst sinds jaren daalt het toptarief; van 52 procent naar 51,95 procent. Dit tarief gaat pas in bij een bruto jaarinkomen van 68.508 euro. In 2017 lag de grens voor het toptarief op een bruto jaarinkomen van 67.073 euro. Vooral de hogere lonen profiteren hiervan. Dit verklaart dat de grootste netto loonstijging in de maandlonen van 5.750 euro en hoger zit. De stijging loopt door tot bijna achttien euro netto per maand bij drie keer modaal.

Overheid: minder rooskleurig dan in andere sectoren
Hoewel ambtenaren er netto op vooruitgaan, is dit minder dan in andere sectoren. Belangrijkste oorzaak hiervan is dat zij in 2018 meer pensioenpremie betalen. Een ambtenaar met een modaal salaris betaalt elf euro minder aan belasting, maar aan pensioenpremie is hij zes euro meer kwijt. Per saldo is dat een vooruitgang van vijf euro netto, terwijl dit bij het algemene beeld een vooruitgang van ruim zeven euro netto bedraagt.
Twee keer modaal gaat er in deze branche zelfs een euro op achteruit, doordat deze werknemer zeventien euro minder aan belasting, maar achttien euro meer aan pensioenpremie betaalt. De ‘algemene werknemer’ die twee keer modaal verdient, gaat er netto zestien euro op vooruit.

Bouw: Tijdspaarfonds van invloed op effecten lagere inkomens
Werknemers in de sector bouw gaan er ook op vooruit. Een bouwvakker met een modaal salaris ontvangt 8 euro meer per vier weken. In deze sector hebben de lagere inkomens minder last van het effect dat de arbeidskorting niet volledig te gelde gemaakt kan worden. Dit komt omdat het loon elke periode al wordt verhoogd met een bedrag dat wordt gespaard in het Tijdspaarfonds.

Metaal en techniek: minder pensioenpremie
Vanaf 2.000 euro bruto per maand stijgt het nettoloon ook bij metaal en techniek. Een werknemer met een modaal salaris in deze branche gaat er zes euro netto op vooruit. Iemand die twee keer modaal verdient, ontvangt elf euro meer.
Werknemers in deze sector betalen in 2018 minder pensioenpremie. Bij een modaal salaris is dit netto drie euro minder dan in 2017. De grootste daling van de pensioenpremie is bij een werknemer die 5.500 euro bruto per maand verdient. Deze betaalt acht euro minder pensioenpremie ten opzichte van 2017. Verdient u drie keer modaal in deze sector, dan betaalt u juist zes euro meer pensioenpremie per maand.

Zorg en welzijn: lagere belastingdruk
Ook in de sector zorg en welzijn stijgen de nettolonen licht. Een lagere pensioenpremie zorgt er samen met de lagere belastingdruk voor dat werknemer met een modaal salaris in deze sector zes euro per maand meer overhoudt. Iemand die tweeëneenhalf keer modaal verdient, houdt vijftien euro meer over.

Transport: lichte stijging nettoloon
Werknemers in de sector transport zien hun nettoloon vanaf 2.000 euro bruto per maand licht stijgen. Een werknemer met een modaal salaris in deze branche gaat er zvijf euro netto op vooruit. De grootste stijging is te zien bij werknemers die tweeëneenhalf keer modaal verdienen; zij ontvangen vijftien euro netto meer op hun bankrekening.

Extra premie door derde WW-jaar
Een belangrijke ontwikkeling in 2018 is de reparatie van het derde WW-jaar. De maximale duur van de publieke WW wordt teruggebracht van 38 naar 24 maanden. Als werkgevers en werknemers toch een derde WW-jaar willen, dan moeten ze dat zelf regelen. Werknemers gaan daarvoor de premie betalen. Dat is vanzelfsprekend weer van invloed op het loon.

Berekeningen en complete cijfers
De algemene cijfers betreffen het nettoloon na aftrek van belasting (berekening is exclusief pensioen- en andere werknemerspremies). De cijfers per sector betreffen het nettoloon na aftrek van belasting, pensioen- en overige branchegerelateerde werknemerspremies. Bij de berekeningen is uitgegaan van pensioenregelingen van ABP, Zorg & Welzijn, Bouw, Transport en Metaal & Techniek. Waar wordt gesproken over pensioenpremies, zijn ook andere verplichte inhoudingen zoals de WIA-bodem- en WGA-hiaatverzekering in de berekeningen meegenomen. ABP-pensioenregelingen gelden voor diverse sectoren. ADP is uitgegaan van de sector ‘overheid, onderwijs’. Voor Zorg & Welzijn is gekeken naar ‘kinderopvang’. Voor de sector Transport is uitgegaan van ‘beroepsgoederenvervoer’. Voor de sector Bouw is gerekend met lonen per vier weken. Bij de verschillen van het minimumloon is de reguliere minimumloonstijging meegenomen.

De complete cijfers zijn hier te vinden.
Een toelichting op de nieuwe loonstrook vindt u hier.

 

 
 Doorsturen   Reageer  

 

Laatste nieuws

 Een op de vier bedrijven niet bezig met klimaat en duurzaamheid
 Gen-Z’ers en Millennials zouden van baan veranderen voor bedrijf dat beter aansluit bij waarden
 Duurzaamheidsmanagement steeds belangrijker voor moderne bedrijven
 

Gerelateerde nieuwsitems

 Een vijfde van de loonstrookjes klopt niet
 Geen loonsverhoging? Weg personeel!
 Lonen bedrijven stijgen; overheid blijft achter
 Lonen 2017: nettoloon stijgt licht voor meeste werknemers
 
 
reacties
 
Er zijn nog geen reacties.

REAGEREN

Naam:
Emailadres:
URL: (niet verplicht) http:// 
 
Reactie/Opmerking:
Ik wil bericht per e-mail ontvangen als er meer reacties op dit artikel verschijnen.
 
Als extra controle, om er zeker van te zijn dat dit een handmatige reactie is, typ onderstaande code over in het tekstveld ernaast. Is het niet te lezen? Klik hier om de code te wijzigen.
Pas op met het snijden in de kosten als ondernemer
reacties
Top tien arbeidsmarktontwikkelingen 2022 (1) 
‘Ben jij een workaholic?’ (1) 
Een op de vier bedrijven niet bezig met klimaat en duurzaamheid (3) 
Eén op zeven Nederlanders staat niet achter aanbod van hun organisatie  (1) 
Drie manieren om te reageren op onterechte kritiek (1) 
Een cyber-survivalgids voor managers: hoe ga je om met cyberaanvallen?  (1) 
Mind your data (1) 
top10