3 december 2010 -
Nederlandse managers voelen zich in grote meerderheid betrokken bij hun werk: 92 procent van hen beweert gemotiveerd te zijn om een extra stap te zetten. Echter, slechts tweederde (67 procent) heeft het gevoel daarin gesteund te worden door hun leidinggevende. Dit blijkt uit onderzoek van Hay Group.
Driekwart van de ondervraagde directieleden erkent dat onverschillige, ineffectieve of gefrustreerde werknemers een van de grootste bedreigingen voor een organisatie zijn. Toch neemt slechts een enkeling maatregelen om daar iets aan te doen: meer dan de helft (58 procent) geeft aan dat het onderwerp niet of nauwelijks op de directieagenda voorkomt.
Ongewenst verloop Uit het onderzoek blijkt dat een derde (34 procent) van de managers in Nederland niet betrokken is bij zijn werk of zich niet gefaciliteerd voelt om dit naar behoren uit te oefenen. Dit leidt tot ongewenst verloop en verlies aan productiviteit en legt daarmee een directe en significante druk op de winstgevendheid van een organisatie. De onderzoeksgegevens leiden tot vier typen managers (zie kwadrant), waarbij opvalt dat het percentage managers in Nederland dat gefrustreerd, ineffectief of onverschillig raakt (34 procent), het laagste van Europa is. Dit is veel lager dan in het Verenigd Koninkrijk en in Frankrijk (beide 51 procent).
Verantwoordelijkheid Het lijkt erop dat de verantwoordelijkheid voor de motivatie van middenmanagers tussen de directie en hun eigen lijnmanagers in valt. Bijna de helft van de directieleden vindt dat zij verantwoordelijk zijn voor het niveau van motivatie. Slechts elf procent van hen gelooft dat de lijnmanagers hiervoor verantwoordelijk zijn. Aan de andere kant verwacht meer dan eenderde (37 procent) van de middenmanagers dat hun leidinggevende hun betrokkenheid en motivatie stimuleert.
Bemoedigende resultaten
Erin Lap, Director Leadership & Talent bij Hay Group Nederland: "De resultaten van dit onderzoek zijn bemoedigend: 92 procent betrokkenheid van de Nederlandse manager is hoog. Het percentage onverschillige of ineffectieve managers valt ten opzichte van de andere landen mee, maar het betekent nog steeds dat in een gemiddeld MT van acht personen er drie zijn die het wel geloven. Voor de effectiviteit van een geheel team maakt 34 of 51 procent weinig uit, in beide gevallen heb je een probleem. Dat biedt kansen voor Nederlandse organisaties. Sterker nog, uit eerder Hay Group-onderzoek blijkt dat organisaties die excelleren in het steunen van hun werknemers en die zorgen voor effectieve teams, vier en een half keer meer omzetgroei realiseren dan hun concurrenten. Het is dan ook zaak voor organisaties de mate van betrokkenheid te optimaliseren, om daarmee direct impact te kunnen hebben. De directie speelt een belangrijke rol in het bereiken van werknemersbetrokkenheid door duidelijk en inspirerend richting te geven. Maar ceo’s doen er daarnaast goed aan om beter naar hun managers te luisteren en tijd en geld te investeren in hun ontwikkeling. Zodat zij dezelfde vaardigheden ontwikkelen om verantwoordelijk te kunnen zijn voor werknemersbetrokkenheid. Ook uit dit onderzoek blijkt weer dat de werknemersbetrokkenheid erbij gebaat is als dit op verschillende managementniveaus in de organisatie is geregeld."
Geen duidelijk beeld van de motivatie Ruim 80 procent van de bedrijven geeft aan de motivatie van hun management regelmatig te toetsen. Bijna de helft van de managers van deze bedrijven geeft echter aan dat de directie te weinig inzicht heeft in wat die motivatie daadwerkelijk is. Erin Lap vervolgt: "Dit resultaat sluit aan bij de groep managers die zich niet gesteund voelt. Het is in deze kwestie niet ‘meten is weten’, maar veel vaker ‘je krijgt wat je meet’. Het vaststellen van motivatie en het werken aan teameffectiviteit en daadwerkelijke betrokkenheid zijn essentieel voor succes, maar vergen meer dan een leuk dinertje met zijn allen."